Feedervissen voor beginners.

Je gaat er vanuit dat ieder wel op de hoogte is van de basis voor wat betreft het vissen met de feeder. Toch krijg ik nog regelmatig de vraag wat er zoal nodig is voor deze tak van de vissport. Bij dezen dus een poging om e.e.a. op een rijtje te zetten.

 

Feeders:

Om teleurstellingen te voorkomen, stel uzelf dan eerst eens de vraag waar u de feeder hoofdzakelijk wilt gebruiken.
Gaat u vissen in een kanaal die niet breder is dan circa 30 meter dan volstaan feeders met een lengte van 2.70 meter tot 3.30 meter.

Op wateren voor afstanden van 30 tot circa 45 meter kan men uitstekend uit de voeten met eentje van 3.60 meter.
Mocht het de bedoeling zijn om de vis op nog grotere afstand te belagen dan komen daar de feeders van 3,80 tot 4 meter plus voor in aanmerking, dit, afhankelijk van de afstand.

Dus, de omstandigheden bepalen welke er in aanmerking komt.
Om de juiste feeder te vinden bent u bij Presston Fishing aan het juiste adres, zij hebben een uitgebreid assortiment in verschillende prijsklassen.

 

Molens:

Net zoals de omstandigheden bepalend zijn voor het type feeder, geldt dit ook voor de molen.

Voor de kortere afstanden, tot circa 30 meter en onder normale omstandigheden, daarmee bedoel ik stilstaand tot licht stromend water, worden er niet zulke hoge eisen aan een molen gesteld dan wanneer er op afstand of op zwaar stromend water wordt gevist.
Voor het lichtere werk volstaat een goede molen die redelijk universeel mag zijn.

Wilt u op afstand vissen of onder andere zware omstandigheden, dan worden er andere eisen aan gesteld.

Van belang bij het vissen op afstand bij dit soort molens is, dat de inhaalsnelheid hoog is, de spoel ondiep met een grote diameter.

Naast dit, is het tevens belangrijk dat de molen en feeder in evenwicht zijn.

Daarmee bedoel ik, dat de molen met de feeder een geheel vormt, dus bij het werpen, c.q. oppakken lekker aanvoelt.

Ook bij de keuze van een molen hoeft u niet ver te zoeken, want, Preston Fishing kan u ook hierin van dienst zijn.

Lijnen:

Bij de lijnkeuze voor de molen wordt over het algemeen de volgende leidraad gehanteerd:

Tot circa 25 meter is nylon aan te raden, want op die afstanden komen de beten nog uitsteken door, terwijl er wordt geprofiteerd van een stuk rek.

Hierdoor kan men in verhouding met dunnere onderlijnen vissen dan met gevlochten lijnen.

Let wel op, nylonlijnen zijn in verschillende hardheden te verkrijgen, dus de ene lijn geeft
meer rek dan de andere.

Op grotere afstanden worden gevlochten lijnen aanbevolen, in deze lijnen zit geen rek, zodat
de beten beter doorkomen.

En, met het voordeel dat als u aanslaat er direct contact is met de vis (minder hard aanslaan).
In verhouding moet u met een nylon lijn iets harder aanslaan.

 

Voorslag:

Als u besluit met een gevlochten lijn te vissen, is het handig en verstandig om een voorslag
te gebruiken.

Deze voorslag bestaat uit nylon van 0.25 tot 0.31 mm, dit is een beetje afhankelijk van de
afstand en gewichten van de korven die men wil/moet verzetten.

Voor de lengte van de voorslag kunt u als vuistregel 2 maal de hengellengte aanhouden.

Voor het verbinden van de molenlijn (gevlochten) met de voorslag zijn er verschillende knopen, maar wat van belang is, dat deze knoop sterk en centrisch moet zijn.

Onderlijnen:

De diameter van onderlijnen is afhankelijk van, waar u vist en wat u verwacht.

Op een afstand van circa 25 meter met een nylonlijn volstaan onderlijnen van 0.10 tot 0.14 mm.
Voor de verre afstanden, dus met gevlochten lijn, worden over het algemeen onderlijnen gehanteerd van 0.14 tot 0.18 mm.

 

Haken:

Zonder haak geen vis, welke haak, is afhankelijk van de omstandigheden en aas waarmee
wordt gevist.

Zo zijn er in de handel diverse soorten en maten feederhaken te verkrijgen.

De haken die ik over het algemeen gebruik variëren van haak 16 tot 10.

Als opmerking, de haak moet in evenwicht zijn met de onderlijn, dus geen haak 16 aan een
onderlijn van 0.18 mm en omgekeerd geen haak 6 aan een lijn van 0.10 mm.

Naast de lijnen en haken wordt er vaak gekozen voor de kant en klare onderlijnen, want ook daarin is de keuze reuze.

 

Korven:

Als laatste nemen we nog even de korven onder de loep.
Hiermee wordt het voer (en aas) naar de visplek getransporteerd.

Deze korven zijn in verschillende maten en soorten te verkrijgen.
Ook hier bepaald de omstandigheid welke korf men het beste kan gebruiken.

Om u enig idee te geven, voor het op afstand vissen wordt er in de regel gebruik gemaakt van speedkorven.
Bij deze korven zit het lood onderaan in het midden van de diameter, waardoor men strak en gericht kan werpen.

Echter, wordt er op sterk stromend water gevist, dan gebruikt men over het algemeen blokkorven, hierbij zit het loodgewicht aan de zijkant, dit, om het rollen van de korf tegen te gaan.

Naast de boven omschreven korven zijn er nog tig variaties, want, de keuze in korven is enorm.

Tot slot nog een algemene raad, denk niet van ik schaf een feeder aan en ik vang vis!

Mijn ervaring is, om met de feeder onder alle omstandigheden overweg te kunnen, zal men
er veel energie in moeten steken.

Dus, onderschat deze visserij niet, anders draait het uit op een teleurstelling.

Rest mij nog te zeggen dat alles wat hier staat omschreven mijn persoonlijke mening en ervaring is.

 

Succes.